Het multistore model

We beschouwen het geheugen, net als de waarneming, als een informatieverwerkingssysteem. Dit houdt in dat informatie, na selectie en verwerking, in het geheugen moet worden opgenomen, daar een tijd wordt bewaard en eventueel ook opnieuw moet kunnen worden gebruikt als de situatie dat vereist. Het multistore (multi=meerdere; store=opslagplaatsen) model brengt die verschillende elementen samen.

Zoals hierboven vermeld heeft het geheugen verschillende opslagplaatsen, meer specifiek 3 opslagplaatsen. Probeer onderstaande voorbeelden zelf in 3 logische groepjes te verdelen. Probeer uit te leggen waarom je deze 3 groepjes maakte (opdracht 4):

1-  het lichtspoor dat een auto 's nachts op de autostrade achterlaat.

2- een mentaal boodschappenlijstje

3- het symbool '+' en de betekenis ervan

4- het gsm-nummer van je lief dat je al 3 jaar uit het hoofd kent

5- de herinnering aan een belangrijke eerste kus

6- het kort nazinderen van wat je juist hoorde/een echo

7- de plek waar je jouw fietssleutel hebt gelegd

8- een flits van het woord dat je juist las, zodat je verder kan lezen

9- het gsm-nummer van iemand die je ontmoet op het feestje en snel in jouw gsm wil opslaan


Nu je zelf geprobeerd hebt om een logische indeling van het geheugen te maken, kan je in het filmpje hieronder meer informatie vinden over het multi-store model. Bekijk de video en maak nadien de online oefeningen

opdracht 5: ga naar https://game.educaplay.com en geef volgende code in: 893342

opdracht 6: ga naar https://game.educaplay.com en geef volgende code in: 313436

Download de tekst hieronder. Neem de tekst grondig door en probeer op basis van de tekst de tabel zo goed mogelijk in te vullen in jullie opdrachtbundel (opdracht 7).


Nog een voorbeeld: Frans woordje leren

Stap 1: Er komt informatie binnen door middel van zintuigen, bijvoorbeeld een Frans woordje uit een schoolboek via de ogen. 

Stap 2:Dit woordje wordt als eerst opgevangen door het zintuiglijk geheugen Als het van belang is, wordt het woordje doorgestuurd naar het korte-termijn-geheugen. Zo niet, zal het al snel weer vergeten worden. 

Stap 3:In het korte-termijn-geheugen zorgt het telkens opnoemen van het woordje ervoor dat deze niet wordt vergeten (herhaling). Als dit lang genoeg gedaan wordt, nestelt het woordje zich in het lange-termijn-geheugen.

Stap 4: Op de toets, een paar weken later, wordt via het korte-termijn-geheugen, het woordje uit het lange-termijn-geheugen gehaald.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin